Jan Gerritsz Comin
Jan Gerritsz Comin,
geb. op 16-12-1685 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 16-12-1685 te Huijsen,
ovl. op 01-11-1771 te Huijzen; oudburgemr des dorps,
begr. op 01-11-1771 te Huijzen; Impost: f 3,-; Grafnr. 27 in 't Choor,
, -
JAN COMMIN
Huizen Koptienden (1735-22 1772-23)
1735-22: erft v. Willem Gijsbertsz de Jonge 4 kop 1/2
1772-23: op Harmanus Verwelius 4 kop 1/2
-
Huizen-DTB-12-Impost op Trouwen; 03-06-1708: Jan Gerritsz en Marritje Willems: Pro Deo
-
Huizen-DTB-3A-Trouwen; 03-06-1708: Jan Gerritsen Komen j.m. en Marretien Willem j.d. beijde van Huijsen
-
ORA-184-3176; 20-05-1712: Tot vooghden over de kinderen van Dirck Willemsz verweckt aen Claesje Lubbertsz gestelt Willem Lubbertsz en Jan Comin
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 08-01-1713: aangenomen als Lidmaat Jan Gerritsz Comin en Marijtje Willemsz de Jonge; E.L.
-
ORA-184-3177; 03-04-1716: Vermits Neeltje Cornelis niet al te wel bequaem is om haer goederen te kunnen administreren zo is tot voogd aangestelt Jan Comin in plaats van Leendert Vergoes die overleden is. NB Gerrit Lambertsz Pater is medevooght
voor desen aengestelt
-
ONA-3730A062; 30-08-1719: Jan Gerritsz Commin/Comin en Jacob Meltz Boor beijde woonagtig binnen den Dorpe Huijsen bekennen schuldig te wesen f 400,- aan de d'Heer Poulus Tiedeman wonende te Naarden
-
ORA-184-3177; 12-04-1720: over de kinderen van Dirck Tijmensz Cos tot vooghden gestelt Ebbe Dircksz Reijn en Jan Comin.
- Akte van bewijs. Dirck Tijmensz Cos laest weduwnaer van Hendrickje Jacobs, en Ebbe Dircksz Reijn en Jan Comin als voogden over het nagelaten kind, genaemt Jacob Dircksz, van voorn Hendrickje Jacobs, zijn overeengekomen: f 30 en opvoeding
-
ORA-184-3217A034; 03-08-1725: Willem Rebel en Jan Gerritsz Commin mede schepenen verklaren op verzoek van Rut Gerritsz Velsen wonende alhier dat zij op 28-06-1725 present waren ten sterfhuijze van Gerrit Jansz Velsen en Grietje Jans Roes,
beijde binnen dese dorpe overleden, alwaar sig bevonden den requirant Rut Gerritsz Velsen ter eenre ende Hendrik Gerritsz Velsen, mitsgaders Cornelis Barentsz Prins als in huijwelijk hebbende Bijtje Gerrits Velzen, en nog Marten Jansz getrouwt
met Lijsbet Gerrits Velzen, welke alle kinderen en erfgenamen zijn van de voorn: Gerrit Jansz Velzen en Grietje Jans Roes, dat wijders haar aldaar bevonden Jacob Killewig en Pieter Melsz Boor regerende Buurmr. deses dorps als ge-alimenteert
hebbende Jan Gerritsz Velsen innocente soon van de genoemde Gerrit Jansz Velsen en Grietje Jans Roes en sulks, de voornoemde personen ter andewre sijde, zijn overeengekomen: Rut Gerritsz Velsen behoudt de gehele nalatenschap, daarbij alle
schulden en lasten overnemende en aan elk van de mede-erfgenamen f 50,-
-
ORA-184-3178; 16-01-1728: tot voogden over de kinderen van Jan (Hendricksz) Leermouwen verwekt aan wijlen Trijntje Willems werden gestelt Pieter Melsz Boor en Jan Kommin
-
ORA-184-3178; 17-07-1728: Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van Magteltje Elberts in huwelijk verwekt bij Cornelis Jansz Smit werden gestelt, Jan Comin en Aart Jacobsz Vos
-
ORA-184-3218A056; 07-01-1729: Claas Prins wed.v. Grietje Gerrits mitsgaders Lambert Thijsz Smit en Hendrik Aartsz welke twee laastgemelde de soon en schoonsoon en erffgenamen sijn van Grietje Gerrits geven volmacht aan Jan Gerritsz Commin en
Jan Vergoes beijde woonagtig alhier tot Huijsen om alle gelden te ontfangen als gemene boedel van voorn: Claas Prins en Grietje Gerrits om daarvan hun schuldeisers te kunnen voldoen
-
ORA-184-3218A085; 30-01-1733: Reeckening van ontfang en uijtgaave als Jan Gerritsz Commin wegens de nagelaten boedel van beijde wijlen sijn vader Gerrit Jacobsz Commin en Gijsbertje Cornelis met wien deselve Gerrit Jacobsz ten tweede huijwelijk
is getreden, alles op het versoek van de de resp. erffgenamen van beijde deselve. (Veel namen)
Ontvangen: kleine bedragen aan de boedel zoals schoenen, van veel personen, een huijs van f 550, gereedschappen van de Loijerij en touwerij enz. Totale uijtgift f 1.246 en ontfang f 1.235.
Op heden 30-01-1730 heeft Jan Gerritsz Commin ter presentie van Rut Gerritsz Velsen als in huijwelijk hebbende Judit (Gerrits) Commin, in presentie van Jacob (Gerritsz) Commin, en laastelijk Niesje Dirks huijsvrouw van Jan Gerritsz Fiddelefeij
welke Jan Gerritsz Fiddelefeij en Pieter van de Sluijs als in huijwelijk hebbende Rijkje Huijberts Vos verscheijde malen en nu ook versogt sijnde te assisteren bij dese reeckening. Nicolaas Bilsteijn wordt genoemd als silversmit
-
ORA-184-3178; 22-01-173: tot voogden over minderjarige nagelaten kind van wijlen Gerbrand Jansz Hogenbirk verwekt aen Marritje Jacobs Justitie werden gestelt Jan Gerritsz Commin en Jan Gerbrandsz Hogenbirk
-
ORA-184-3178; 13-06-1737: Extraordinaire regtdag van preferentie en concurrentie over de geabandonneerde boedel van Huijbert Adriaansz Kleijn. Gerrit Jacobsz Snijder (curateur) eischer CONTRA crediteuren van de boedel. Den Eijscher concludeert
regt van prederentie voor alle Crediteuren op de penningen geprocedeert van het vercogte schip en toebehoren en verdere goederen van de boedel met een Capitaal reste groot f 900,- volgens schepenkennisse alhier op Huijsen op de 27-03-1733
gepasseert, nevens een jaar en 17 dage intrest a f pct daar op tot de 27 maart deses jaar verschenen belopende f 37:10 voor welk Capitaal en intrests het voorn schip en toebehoren speciaal is verbonden
Volgt 10 bladzijden van namen van crediteuren wonende verspreid over Holland en in Huijsen, o.a.:
- Jan Gerritsz Comin f 13:10 voor gelevert eike hout
-
ORA-184-3178; 21-06-1737A: Tot voogd nevens Jan Commin over de 2 minderjarige kinderen van wijlen Kaatje Claas Kroon egtelijk verwekt door Jacob Commin wert in plaat van wijlen Jacob Killewig gestelt Swaning Tijmensz
-
ORA-184-3179; 03-02-1741c: Gerrit Pater en Jan Comin als gestelde voogden of opsighters over de persoon en goederen van Neeltje Cornelis Goossen die innocent is ter eenre; en
-
ORA-184-3219; 10-01-1744: (1 van 10) Jan Commin en Swaning Tijmensz die als voogden over Claas (Jacobsz) Commin minderjarige nagelaten kind van wijlen Jacob Commin hebben geageert tot reddinge van den boedel metterdood ontruijmdt bij Jacob
Commin tot welker nalatenschap gerigtigt is voornoemde Claas (Jacobsz) Commin en Hendrikje (Jacobs) Commin die een dochter is van Gem: Jacob Commin voor de wederhelft; Hendrikje (Jacobs) Commin is verstandeloos geworden
-
ORA-184-3179; 24-01-1749: Tot voogden over de onmondige nagelaten kinderen Willem, Pieter en Claesien Willems Dirksz: de Oude van wijlen Rutie Willems de Jong aen haer in egt verwekt door Willem Dircks de Oude, sijn gestelt Pieter Meltsz: Boor
en Jan Comin
-
ORA-184-3179; 30-05-1750: Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen Tijmentje en Bieltje Rijks Lustig, van wijlen Rijk Jansz Lustig en Lambertje Meeuwis in leven egtelieden tot Huijsen, aangestelt Jan Commin en Willem Arisz Rebel
-
Huizen-DTB-14-Impost op Begraven; 01-11-1771: Jan Komin: f 3,-
-
Huizen-DTB-7-Grafboek; 01-11-1771: Jan Comin; oud burgem: deses dorps; f 3,-, Grafnr. 27 on 't Choor.- Vader:
Gerrit Jacobsz Comin Schoenmaker, zn. van Jacob Cornelisz Comin en Volckertien Volckers ,
geb. in 1659 te Huijsen,
Gereformeerde Gemeente,
Schoenmaker,
ovl. op 23-10-1729 te Huijsen; DTB-20,
begr. op 27-10-1729 te Huijsen; DTB-13-Begraven- Impost: f 3,-,
, -
GERRIT JACOBSZ COMIN / COEMAN
Huizen Koptienden (1691-65 1730-27):
1691-65: + COMIN
- v. Gerrit Gerritsz Boer 3 cop 1/4
- v. Rut Lubbertsz 4 cop 7/8
1695-65: + COMMIJN
t/m 1720-27: Situatie: 1 Spt 1/8
1721-27: Romijns op Numeriek ER STAAT: 1 Spt 1 cop
1730-27: op Meeuwis Goossensz 1 Spt 1 cop
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 18-04-1683 (op Paesch): Gerrit Jacobsen en Hendrickien Jans; echteluijden, aangenomen op Belijdenis
-
Zie: Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 15-04-1691: Gerrit Harmensen j.m. van Delt, aangenomen op Belijdenis, schoenmakersknecht bij Gerrit acobsz Komin
-
Huizen-DTB-18-Lidmaten-1684; Huijser Eijnde; Gerrit Jacobsz Comin en Hendrickien Jans
-
ORA-184-3174; 02-10-1689: Gerrit Gerrit Aertsz deser werelt overleden sijnde nagelaten hadde 2 onmondige kinderen verweckt bij zijn weduwe Melisje Gerrits, en sij een 2e huwelijk wenst, is met de vooghden Lambert Rijcksz Lustigh en Gerrit
Jacobsz Comin overeengekomen:
- 4 3/4 schepel boulant gelegen aen de Nengedijck naest de weduwe van Rijck Hendricksz Lustigh ten suijden en Hendrick Jacobsz ten Noorden
- 23 voeten maetlant gelegen op Huijsermaet naest Tijmen Rutten Doorn ten suijden en de weeskinderen van Jan Pietersz d'Oude ten noorden
- een eijndelijck een somme van f 1.200 aen gelt
-
ONA-3712A053; 08-10-1690: Gerrit Jacobsz Kommin alle scheepenen tot Huijsen verklaren onder Eden op verzoek van Pieter de Fremerij wonende tot Amsterdam:
- eerstelijck Hendrick Willemsz en Gerrit Jacobsz Kommin dat zij op 8 maert j.l. op verzoek van Jan Cornelissen buijrman deses dorps in zijn huis zijn geweest in aanwezigheid van alwaar tussen Jan Cornelissen en de requirant gesproken werd over
de betaling van een capitaal en rente enz.
- wijders verklaarde Lambert Rijcksz Lustigh uit de mond van Pieter Gerritsz Snijer heeft verstaan
- Jan Hendrick Fit en Lambert Rijcksz Lustigh verklaarden dat Cristoffel van den Broeck als procureur van Pieter de Fremerij in bijzijn van Jacob Gerritsz Grutter heeft afgevraagd of hij Jacob Gerritsz.
Mede compareerde Rijck Tijmensz dorps Bode
-
Huizen-DTB-18-Lidmaten-1691; Huijser Eijnde; Gerrit Jacobsz Comin en zijn huisvrouw Hendrickien Jans (overleden 11-06-1695)
-
ORA-184-3184A076; 15-06-1694: Op huijden den 15 Juni 1694 compareerden voor Jacob Boutsz en Gerrit Jacobsz Comin schepenen tot huijsen, Jan Theeuwisz, Wijchert Willemsz, Adriaen Huijbertsz Kleijn en Pieter Lambertsz Smits, alle veerschippers
van dese dorpe op Amsterdam, dewelcke verclaerden ter requisitie van Tijmen Elbertsz en Dirck Lambertsz voerluijden
ORA-184-3175; 20-12-1696: Tot voogden over de kinderen van Gerrit Jacobsz Comin verwekt bij Hendrickje Jans zijn huisvrouw zaliger werden gestelt Jan Rijcksz Lustigh en Hendrick Gerritsz Backer
-
ORA-184-3175; 02-01-1697: Akte van bewijs Hendrickje Jans in haer leven huijsvrouw van Gerrit Jacobsz Comin liet na haar dood 3 kinderen na en omdat Gerrit Jacobsz Comin voor de 2e maal wil huwen en een scheiding van moeders goet wenst, en de
voogden Hendrick Gerritsz Backer en Jan Rijcksz over een kwamen, voor ieder kind f 100,-
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 07-04-1697: Gijsbertien Cornelis (huijsvr. van Gerrit Jacobsen Komin) ingekomen met attestatie
- evenals: Rijchien Huijberts, j.d. ten huijse van voorn. Komin
-
Huizen-DTB-18-Lidmaten-1698; Aan Huijse Eijnde; Gerrit Jacobsz Comin en Gijsbertien Cornelis'echteluijden
-
ONA-3718A049; 18-06-1701: Acte van bewijs Wijntie Jacobs weduwe van Joannis van Schaick ter eenre, en Gerrit Jacobsz Commin als oom en mede-voogd nevens Jacob Tijmensz waarvoor zij zich sterk maken over Ariaantie Jans en Judick Jans kinderen
van Wijntie Jacobs en wijlen Joannis van Schaick; getuigen Lambert Killewigh schout en Wijchert Willemsz Plasier
-
Huizen-DTB-19-Lidmaten-1708; 't Huijser Ent; Gerrit Jacobsz Komin en Gijsbertien Cornelis'echteluijden
-
Kroniek L.R. Lustigh-176-1527-Foilio-25; 06-11-1713: Maar een bisonderlijke aenmerckens weerdige sake is hier door gebeurt, nament1ijck desen voornoemden koehouder als geseijt is, die bragt sijn siecke veers in sijn broeders scheur maar hij
bragt deselve vlack aen de noorder want die vol gaten was, en alsoo gerrit koemin aldaar aen die voornoemde want een varckens schot hadde, alwaar Juijst op die tijt van hem in stonden een veers en een pinck soo is 't voort binnen vier dagen
daaraen gebeurt, dat dese veers en pinck van gerrit koemin oock aan deselve plage sieck worden apperent van de asemen en stanck van de voorz veers beasemt en bestoncken, 't welck oock apperent deselve veers en pinck bij hare besmetheijt te meer
hebben verontreijnigt want als men bij het rookende en brandende
turf vier, noch Hout bij en op Legt, soo ontsteekt de brant des te meer, zoo vertrouwe Ik ook in dese sake geschiet te sijn, dogh het is noch te noteren hier bij, hoe dat Jacob de zoon van de voornoemde gerrit koemin de vierige tongh van 't
pinck wat geschraapt hebbende niet alleen sijn Hant daar seer dick van opliep maar hij hadde de eerste nagt daar oock groote pijn aen, voorwaar wel vast daar uijt te besluijten, dat wanneer een sieck beest een ander beest beasemt, het selve des
te eer en meer aensteeckt dat het ander beest oock sieck wort, ende oock een blijck dat de siecke beesten een groote besmettelijke vierigheijt van binnen en op hare tonge hebben ende op den 16 novemb: sterft gerrit koemins veers ende op den 19
dito sijn pinck ende hij begraafse beijde met Huijt en Hair in sijn Hof, maar wat siet men vorder gebeuren de voornoemde Cornelis Lambertsz na dat sijn voorz veers drie dagen was sieck geweest, soo krijgt dese plage sijn beste melckkoe die
besijden de voorz veers gestaan hadde maar doen begon hij te gelooven dat het de bekende plage was ende voorts binnen weijnigh dagen daar aen, soo wierden alle sijne beesten aen deselve plage sieck ende op den 14 en 15 novemb: stierven daar ses
aen ende op den 17 en 19 en op den 21 dito, soo stierven daar aen een koe twee veerz ende twee kalveren, ende hij begraaffse alle met Huijt en Hair op 't Harde als voeren agter het Huijs van van Cornelis pietersz, enz
Folio-56: Op den 2 febreuw: 1714 doen krijgt gerrit Jacobsz koemin, terwijl hij sijn groep uijtmest een ziecke koe, en die sterft op den 5 dito,
tr. (2)
met Gijsbertje Cornelis ,
tr. (1) op 26-07-1682 te Huijsen.
- Moeder:
Hendrickje Jans Ouwes Oude de, dr. van Jan Jansz Ouwes en Peetien Lamberts ,
geb. in 1660 te <= 1661; 3691A36; 22-07-1682; mondig d.w.s. => 2,
Gereformeerde Gemeente,
Toevoeging "Ouwes" bij geboorte Judichien Gerrits 14-03-1688,
Lidmaten 1684: 176,
ovl. op 11-06-1695 te Huijsen; DTB-18-Lidmaten-1691-nr. 172,
, -
ORA-184-3175; 02-01-1697; akte van bewijs; 2e huwelijk.
tr. op 03-06-1708 te Huijsen; Pro Deo
met
Marritien Willems de Jonge , dr. van Willem Gijsbertsz Jonge de en Juttien Willems Boer,
geb. op 11-10-1682 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 11-10-1682 te Huijsen,
ovl. op 29-10-1755 te Huijzen,
begr. op 29-10-1755 te Huijzen; Impost: f 3,-; Grafnr. 27 in 't Choor,
, -
Huizen-DTB-12-Impost op Trouwen; 03-06-1708: Jan Gerritsz en Marritje Willems: Pro Deo
-
Huizen-DTB-3A-Trouwen; 03-06-1708: Jan Gerritsen Komen j.m. en Marretien Willem j.d. beijde van Huijsen
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 08-01-1713: aangenomen als Lidmaat Jan Gerritsz Comin en Marijtje Willemsz de Jonge; E.L.
-
Huizen-DTB-13-Impost op Begraven; 29-10-1755: Marritje Willems; f 3,-; (Zie DTB-7-Grafboek: Grafnr 27 in 't Choor).
Uit dit huwelijk:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Gijsbert | *1709 | Huijsen | †1760 | Huijzen | 51 | 1 | 4 |
2 | Hendrickien | *1712 | Huijsen | †1785 | Huizen | 72 | 0 | 0 |
3 | Willem | *1716 | Huijsen | | <= 1723 | | 0 | 0 |
4 | Judik | *1719 | Huijsen | | Huijsen; <= 1726 | | 0 | 0 |
5 | Willem | *1723 | Huijsen | | | | 0 | 0 |
6 | Judik | *1726 | Huijsen | 1812 | Huizen; Grafnr. 85 | 86 | 1 | 1 |
>